Historical & Mythological Short Fiction
World History Encyclopedia's international historical and mythological short story contest
Eerste prijs 2024
Felicitaties voor Sallyann Halstead, die de eerste prijs won met haar korte verhaal "Cirkels in het zand" in de Ink of Ages Fiction Prize van 2024, een wedstrijd die door de World History Encyclopedia is uitgeschreven voor het beste historische of mythologische korte verhaal, met genereuze ondersteuning door de Oxford University Press.
door Sallyann Halstead, vertaald door Theo Poot
Archimedes, die was de schuldige. Hij had alles in gang had gezet, de hele rare geschiedenis. Maar op de een of andere manier stond hij eigenlijk aan het begin van al hun geschiedenissen. Hoe ver ze ook reisden, welk pad ze ook kozen, hun tochten waren allemaal op hetzelfde punt begonnen. Met een oude man en die cirkels in het zand.
De brief lag op zijn bureau, twee strakke inktstrepen tegen het wit. Het spijt ons u te moeten mededelen ... Weer een vriend weg. Weer een vurige ster verloren in het duister. Verdriet wrong zich door hem heen, scherp en vertrouwd. Hoeveel je ook al verloor, er bleef kennelijk altijd iets te verliezen over. Hoeveel jaren waren voorbijgegaan sinds die eerste brief? Zevenentwintig jaar, achtentwintig? Getallen verdrongen elkaar tartend in zijn hoofd. Hij werd oud. En Auguste LeBlanc was dood.
Het moest de zware geur van rozen zijn die het wazig maakte in zijn hoofd. Een bij cirkelde tussen de bloemblaadjes, het gezoem versmolt met de eindeloze woordenstroom. Het argument van het perihelium ... de lengte van de klimmende knoop ... Het gezoem werd luider en overstemde de woorden. Toen was de bij in de kamer, zette een koers uit over zijn bureau en maakte een ontspannen baan rond de manen van Jupiter voordat hij op het oppervlak van de zon landde. Onze machtige ster, dacht hij, overschaduwd door een enkele bij. Hij strekte een voorzichtige vinger uit naar het delicate mechanisme en koerste behoedzaam tussen de gouden planeetjes door om het kleine hemellichaam met een duwtje weer in zijn baan te brengen. Hij pauzeerde even en legde toen, zoals hij al duizend keer eerder had gedaan, een zachte vingertop op de kleinste planeet. De zijne.
De aanraking zette zijn gedachten in beweging, terug naar die angstaanjagende herfstdag, een kwart eeuw eerder. 1 november 1806. Hoe had hij dat kunnen vergeten? Hij sloot zijn ogen, de geur van de rozen vervaagde ...
Hij was weer in de kleine studeerkamer van hun huisje in Braunschweig en keek wezenloos de mist in. Wachtend op de klap. Hij had zijn haat tegen Napoleon nooit onder stoelen of banken gestoken.
Sinds de bezetting hing er een verschrikkelijke stilte over de stad. Het Pruisische leger was twee weken eerder bij Auerstadt op de vlucht gejaagd, hun geliefde hertog dodelijk gewond. Hij had zijn nieuwe gezin moeten meenemen en wegvluchten. Maar waar naar toe? Dit was zijn thuis geweest, met de hertog die meer een vader voor hem was dan zijn eigen vader.
Instinctief wierp hij een blik op het miniatuurplanetarium op zijn bureau. Het had geen praktisch nut omdat het totaal niet op schaal was, maar dat deed er niet toe. De hertog had het hem geschonken na de ontdekking van Ceres, de miniatuurplaneet: zijn eerste triomf.
Ergens onder hem zong Johanna voor de baby, de meid rammelde met potten. De geluiden van het gewone leven, de wereld die doorgaat met draaien. Genoeg tijd verspild. Hij legde een vinger op de kleine planeet en ging weer aan het werk.
Hij stond aan de vooravond van een grote ontdekking. Een doorbraak die zo revolutionair was dat hij ook zelf twijfelde. De gedachte alleen al kwam neer op ketterij. En toch... als het idee had postgevat, liet het je niet meer los. Wat als Euclides het bij het verkeerde eind had gehad? Als er meer dan één lijn door dat beroemde punt op een bepaalde lijn zou kunnen gaan? Als de ruimte zelf misschien gebogen is? Mogelijkheden die wereldschokkend waren.
Het geluid werd in eerste instantie niet door hem geregistreerd. Hij zat diep in zijn eigen wereld, een plek van delicate structuren en torens van getallen. Maar het geluid nam toe en brak zich door zijn gedachten. Het gekletter van laarzen op kasseien galmde steeds luider door de lege straat. Pas toen er op de deur werd geklopt, bevroor hij; de baby krijste ergens in het huis achter hem terwijl hij met twee treden tegelijk de trap opliep. Hij ving een glimp op van het krijtwitte gezicht van de meid, voor hij haar opzijschoof, diep inademde en de deur opendeed.
Ze waren met z'n vieren, een officier en drie manschappen, allen zwaar bewapend. Dus dit was hoe het zou eindigen. Het was bijna een opluchting om zijn ergste angsten bevestigd te zien.
Herr Doctor Gauss?' De officier zwaaide zijn hoed af met een elegante buiging. 'Kolonel Durand, het zesde bataljon staat tot uw dienst. Het is een eer u te ontmoeten, meneer. Schikt het u als we Frans spreken?'
'Ja, natuurlijk,' antwoordde hij verrast.
'Ons is gevraagd uw veiligheid te garanderen in deze moeilijke tijd. Ik neem aan dat het goed gaat met u en uw gezin?'
Neem me niet kwalijk', antwoordde hij. 'Wie heeft u gestuurd?'
'Generaal Pernety zelf heeft ons gevraagd om langs te komen, Herr Doctor. Hij drong er sterk op aan.'
'Weet u zeker dat u de juiste persoon voor u hebt?'
De ogen van de officier verdraaiden een beetje, in de richting van Johanna, die achter hem was komen staan met de baby snikkend aan haar heup. Hij leunde iets naar voren.
'Spreekt uw vrouw Frans?'
'Een beetje. Waarom?'
De agent liet een kuchje horen. 'De generaal zei dat de jonge vriendin van meneer in Parijs bezorgd was over uw veiligheid. Verzocht om speciale bescherming voor u.'
'Dan is er inderdaad sprake van een vergissing. Ik kan u verzekeren dat ik in Parijs geen vriendinnen heb, jong noch oud.'
De ogen van de man flitsten weer terug naar Johanna. 'Natuurlijk niet, Herr Doctor. Gelieve onze excuses te aanvaarden voor de verstoring. Ik zal in ieder geval elke dag een patrouille langs sturen. Orders zijn orders!'
Hij maakte nogmaals een buiging en zette zijn hoed weer op. Alle manschappen gaven acht en draaiden zich om voor vertrek. Toen wendde de officier zich nog eens naar hem. 'Bijna vergeten,' zei hij, terwijl hij in zijn jas tastte. Deze is voor u, meneer. Zeker niet uit Parijs,' voegde hij er knipogend aan toe.
Een uur ging voorbij voor de deur van de studeerkamer achter hem openging. Hij zat aan zijn bureau en had de brief nog steeds beet.
'Jozef?' vroeg hij, zonder zich om te draaien.
'Eindelijk in slaap. Dus voor de dag ermee. Ik kan niet wachten om meer te horen over je vriendin in Parijs.'
Bij die woorden draaide hij zich om. 'Ik dacht dat je geen Frans sprak?'
Ze glimlachte naar hem. 'Ik begrijp genoeg. En zo'n knipoog betekent in elke taal hetzelfde.'
Hij hield haar de brief voor en zij pakte hem aan. Hij zag de verbazing op haar gezicht groeien terwijl ze las.
'Begrijp ik dit goed? Kan dit waar zijn?'
'Ik denk het wel.'
'Dus al die tijd heb je niet met Auguste LeBlanc gecommuniceerd?'
Hij schudde zijn hoofd.
'Je hebt eigenlijk steeds aan een vrouw geschreven?'
'Haar eigenlijke naam is Sophie Germain,' zei hij. 'Het gebruik van de naam van een man was de enige manier waarop ze kon studeren. En ik heb het nooit gezien. Ik had het moeten zien,' voegde hij er binnensmonds aan toe. 'Die kleine foutjes vanaf het begin. Ik had het patroon moeten zien.'
Johanna's ogen vernauwden zich. 'Omdat ze minder slim is dan jij?'
Hij stak een hand uit en trok haar op zijn schoot. 'Dat niet, Jo. We gingen altijd als gelijken met elkaar om. En wat ze heeft bereikt, is verbazingwekkend gezien de obstakels waarmee ze te maken had. Maar ze is volledig autodidact - onvermijdelijk waren er lacunes in haar kennis. Wat is er nu?'
Johanna's donkere ogen gloeiden van het lachen. 'Dus wat je in feite toegeeft, is dat je echt een jonge vriendin in Parijs hebt?'
Zijn glimlach was wrang. 'Kennelijk wel. Ben je jaloers?'
'Helemaal niet. Maar je had je eigen gezicht eens moeten zien toen die officier sprak over je petite amie. En hij had de hele tijd gelijk ...'
Hij boog zich voorover om haar te kussen, maar ze trok zich terug. 'Ik moet naar Jozef. We hebben nog tijd genoeg, nu je niet naar de gevangenis wordt gesleept.'
Hij zag neer op de brief toen ze bij de deur even wachtte. 'Wat ik nog steeds niet begrijp,' zei ze, 'is wat Archimedes hiermee te maken heeft? Hoe kan het zijn schuld zijn? Hij is al tweeduizend jaar dood.'
'Duizend vijfhonderdvierennegentig,' corrigeerde hij zonder nadenken. Uiteindelijk draait alles om Archimedes. Daar begon Sophies verhaal. Ze las het verhaal over Archimedes' dood in de bibliotheek van haar vader. Ken je het? Het verhaal gaat dat een Romeinse generaal Archimedes wilde ontmoeten en een soldaat stuurde om hem te halen. Maar de oude man werkte aan een probleem dat hij in het zand aan het tekenen was, en toen hij weigerde te vertrekken, werd de soldaat boos en trok zijn zwaard. Zijn laatste woorden, zeggen ze, waren: Noli turbare circulos meo. "Verstoor mijn cirkels niet." '
'Hoe dan ook,' zei hij hoofdschuddend, 'de les die Sophie uit het verhaal trok, was dat als wiskunde het waard was om voor te sterven, zij ervoor wilde leven.'
Johanna leunde achterover tegen de deur en vouwde haar armen over elkaar.
'De les die ik uit dat verhaal trek, is dat hele slimme mannen niet altijd even wijs zijn.'
'Dat is zeker waar,' zei hij. 'Nou, als dat alles is...'
'Wat ik nog steeds niet begrijp,' onderbrak ze, 'is waarom ze dit nu vertelt...' Haar stem stokte. 'O nee.'
'Hoorde ik Jozef daar?'
'Dat is het, hè?' zei Johanna, terwijl ze zich oprichtte. 'Dat dreef haar uit haar schuilplaats na al die tijd. Sophie Germain dacht dat jij een moderne Archimedes was, die hier op ons vloerkleed dreigde te worden afgemaakt omdat je was afgeleid ...' Ze brak grinnikend af. 'En het ergste is dat ze niet helemaal ongelijk had. Hoe lang duurde het niet voordat je merkte dat er soldaten onderweg waren?'
Hij stak zijn handen omhoog om zijn nederlaag te erkennen, en zij stak de kamer over om zijn voorhoofd te kussen.
'Weet je,' zei ze zachtjes, terwijl ze haar voorhoofd tegen het zijne leunde, 'je zou je cijfertjes vaker alleen moeten laten ...'
Haar stem stierf weg. Hij probeerde haar vast te houden, maar er was alleen maar lege lucht. De geur van rozen was terug, wee en overweldigend. Hij hoorde zichzelf fluisteren, keer op keer: verlaat me alsjeblieft niet, ga alsjeblieft niet ...
'Meneer de professor? Dr. Gauss, gaat het wel goed met u?' Er lag een bezorgde uitdrukking op het gezicht van de student. 'Was u in slaap? Ik maakte me al zorgen.'
'Nee, nee, ik ben helemaal gezond.' Hij schraapte zijn keel en vermande zich. Het enige wat hij wilde was met rust gelaten worden. 'Maak je geen zorgen, het komt wel goed.'
Hij wachtte tot de deur dicht was en pakte de brief weer op. Twee korte zinnen die een wereld van pijn verborgen. Borstkanker, was de boodschap. Het was de bevalling geweest die Johanna het leven had gekost. We hebben tijd genoeg, had ze gezegd. Zou hij die tijd anders hebben besteed als hij had geweten dat ze nog maar drie jaar te gaan hadden? En dat niets meer hetzelfde zou zijn toen ze weg was.
Hij had het ook bij het verkeerde eind gehad over Sophie. Ze waren zo verschillend geweest. Zij maakte graag grote sprongen in het duister en had ideeën vol onvolkomenheden naar buiten gebracht, terwijl hij niets zou publiceren voordat het foutloos was. En waar had dat hem gebracht? Lobatsjevski's recente doorbraken in de niet-Euclidische meetkunde hadden de wereld stormenderhand veroverd en het gezicht van de wetenschap veranderd. Het was bijna identiek aan het werk dat de afgelopen vijfentwintig jaar ongepubliceerd in zijn eigen dagboek had gestaan. Had hij maar wat meer van haar onverschrokkenheid gehad, haar bereidheid om fouten te maken. Wat had zij kunnen bereiken als ze zijn kansen had gehad? Wat had hij kunnen doen als hij haar risico's had genomen?
Maar wat een vreugde hadden ze gedeeld, Sophie en hij. Allebei hadden ze beseft dat het niet om het antwoord ging, maar om de zoektocht, dat elke verovering slechts een opmaat was voor de volgende uitdaging. Moeiteloos had ze zich samen met hem door die andere wereld bewogen.
Achter het raam ging de schemering over in halfduister. Buiten op de binnenplaats begon een merel te zingen. Onbewust begon zijn geest de cadensen te doorzoeken op herhalingen. Op zoek naar de vorm onder het lied.
En toen stopte hij. Leunde achterover in zijn stoel en luisterde naar de heldere tonen die door de stille lucht golfden. Het was genoeg.
De lucht verkleurde nu naar indigo. Hij zag de eerste heldere ster aan de horizon verschijnen, schitterend tegen het blauw. Hij was alleen, maar andere zouden volgen, op hun tijd.
Goede reis, Sophie, zei hij zachtjes. En sloot het raam.